Doof en gebaren
Doof en gebaren.
Van jongs af aan wilde ik al gebarentaal leren. Nadat ik al een tijdje bij de politie werkzaam was, hoorde ik dat stemmetje nog steeds in mijn achterhoofd fluisteren, dat het nu eens tijd werd om de stap te nemen. Ik werd aangenomen op de HBO Leraar/tolk Gebarentaal opleiding in Utrecht en mijn stap richting juridisch tolk ( dat werd mijn doel) was gezet. Door diverse omstandigheden heb ik de opleiding –helaas- nooit afgerond.
Hoewel de opleiding mij anders deed vermoeden, had ik slechts één dove medestudent. En dat was Iris, die met een onvervalste zachte ‘G’ sprak. Op de één of andere manier verbaasde mij dat enorm. Ik weet ook niet, wat ik anders had verwacht trouwens???
Iris was dan wel horend geboren, maar voor haar eerste verjaardag was zij volledig doof geworden. Haar ouders hebben haar altijd in een horende wereld op laten groeien. Ze ging naar een ‘gewone horende’ lagere/basisschool en ook het vervolgonderwijs volgde ze op een ‘gewone horende’ school. Niks geen gebaren. Was ze niet nodig. Zij kon prima praten, (ja, ook engels!) en als andere mensen haar maar aankeken, kon zij hen ook prima verstaan. ( lees: liplezen)
Ik vergeet daarom ook nooit, toen zij –in één van onze eerste gesprekken- tegen mij zei, dat het voor haar meteen al duidelijk was dat ik uit het noorden van het land kwam en zéker niet uit Friesland. Hoe duidelijk het voor mij was, dat zij uit Limburg kwam, zo viel ik weer eens keihard door de mand met mijn overduidelijke, niet af te leren, noordelijke accent. Zelfs bij een DOVE VROUW!
“Schiet mij maar lek “ dacht ik toen nog. “Hoe wéét zij dat nou?”
Daarom vroeg ik het ook maar gewoon, want wat wist/weet ik nou helemaal van de dovenwereld?
Nu is het zo dat we allemaal een andere lip-/mondhouding of beweging maken, waardoor al die accenten tot stand komen. En Iris ZIET dat gewoon dus. Heb je echt geen oren (gehoor) voor nodig!
Ondertussen heeft Iris wel haar diploma gehaald en is ze enorm actief in de Doven(gemeen-)schap. Er zijn voor haar deuren geopend, die tot dan toe gesloten bleven. Haar gebarentaal brengt haar zoveel. Heb je enig idee hoe vermoeiend het moet zijn, om heel de dag te moeten liplezen om met mensen te kunnen communiceren? Om letterlijk hoofdpijn van te krijgen! En we communiceren wat af! Iris maakt zich ook sterk voor de Erkenning van de Nederlandse Gebarentaal. Want dat is zó nodig.
Vanavond zit ik op de bank. India hangt knus tegen mij aan. Zij kijkt een film. Ik kijk naar een foto van Iris op facebook. Ik zie haar sprankelende ogen, de levenslust, de rust die van deze foto uit gaat, ik zie de prachtige en krachtige mimiek. Ik zie haar handen. Ik zie een sterke vrouw, met een duidelijk doel in haar hoofd. Ik zie een vrouw, die wat te zeggen heeft. De foto is genomen bij Mutesounds in Scheveningen. MuteSounds is hét culturele festival voor doven, slechthorenden én horenden.
Ik heb respect voor haar. Niet omdat ik haar zielig vind, omdat ze doof is. Ik bewonder haar. Niet omdat ze zo lekker aan het gebaren is geslagen. Nee, ik bewonder haar om haar doorzettingsvermogen. Ik heb respect voor haar, omdat ze sinds een paar jaar óók nog eens met oorsuizen te dealen heeft. Dag in, dag uit!! Verschrikkelijk! Om moedeloos van te worden. En ik denk wel te kunnen raden, dat ze dat ook vast wel eens is, maar ze gaat dóór! Ik denk nog veel meer…. Ons contact is verwaterd. Haar zonen heb ik gezien, haar dochter nog nooit. Haar man ook niet. De tijd gaat snel. Ik ben nog steeds geen gebarentolk, laat staan juridisch gebarentolk. En kijk wat het Iris heeft gebracht? Ik vind het mooi. Ik mijmer wat, terwijl ik naar haar foto blijf kijken.
India ziet dat ik nèt wat langer dan anders naar deze foto kijk. Ze kijkt over mijn schouder en vraagt:
“Wie is dat?”
“Dat is Iris”
“Oh ja” zegt India, hoewel ik me niet een ‘oh ja’ als herinnering van haar aan Iris kan voorstellen.
“Waarom kijkt ze zó?”
“Omdat ze aan het gebaren is. Iris is doof. En dan gebruik je niet alleen je handen, maar je hele lichaam en dus ook je gezicht om duidelijk te maken wat je te zeggen hebt!” probeer ik de korte versie van de uitleg.
“Oh ja, daar kun je niet mee praten hé?”
“Jawel hoor. Zij kan aan je mond zien wat je zegt. Of ze doet gebarentaal dus, als jij dat ook zou kunnen.”
Vol ongeloof staart India mij aan. Haar wenkbrauwen bijna tot boven haar haargrens en van uit haar tenen zegt ze vol bewondering: “Zó! Dat is knap!”
Ze vervolgd voor de zekerheid, terwijl ze op elk woord de nadruk legt: “Dus zij ZIET (pauze) aan mijn MOND (pauze) wat ik zeg?” Haar ogen schieten heen en weer tussen de foto en mij.
“Ja. En zij kan gewoon terug praten hoor.”
“Dussss… “ zegt India bedenkelijk en nog niet helemaal overtuigd, terwijl ze rechtop gaat zitten, bij draait om mij goed aan te kunnen kijken en met haar wijsvingertje in de lucht: “Als ze bijvoorbeeld aan mij vraagt ‘India, was het leuk op school?’ en ik zeg ‘JAAAAAA’ (iets luidere stem en overdreven duidelijke articulatie van haar mond) dan ZIET ze dat ik de ‘juh’ en de ‘aaa’ , dus ‘JA’ zeg?”
“Precies”.
“Poeh! Ècht knap!” ze draait zich weer om, nestelt weer tegen mij aan en gaat weer verder met film kijken.
In mijn hoofd oefen ik nog wat gebaren. Het is tòch anders dan fietsen…
Ik weet nog wel wàt gebaren te herinneren, maar ben toch duidelijk één en ander verleerd. Blijft jammer… gebarentaal zou verplicht moeten worden op scholen. Net als het Fries op de basisscholen in Friesland! Ik zeg: Tijd voor Erkenning van de Nederlandse Gebarentaal, teken deze petitie https://t.co/QjhUNbADh3 !!!
We draaien onze hand namelijk niet om, om chinees te praten met de toerist uit China, Frans met die man uit Frankrijk of Russisch met de buurman uit Rusland. Waarom draaien we diezelfde handen dan niet zó, zodat we net zo makkelijk kunnen communiceren met de dove mede-landers, die net als jou en mij hier zijn opgegroeid?